Toyota Auris (2018 year). Instruction in Dutch - part 31

 

  Index      Toyota     Toyota Auris (2018 year) - instruction in Dutch

 

Search            copyright infringement  

 

 

 

 

 

 

 

 

Content      ..     29      30      31      32     ..

 

 

Toyota Auris (2018 year). Instruction in Dutch - part 31

 

 

561

UK AURIS_HB_EE

8

Bij prob

lemen

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

Het volgende kan duiden op een probleem in de transmissie. Neem
vóór het slepen contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur,  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitge-
ruste deskundige of een professioneel bergingsbedrijf.

De motor draait, maar de auto komt niet in beweging.

De auto maakt een abnormaal geluid.

Sleep de auto niet met een takel-
wagen,  om  beschadiging  van  de
carrosserie te voorkomen.

Als uw auto moet worden gesleept

Als uw auto moet worden gesleept, adviseren wij u dat te laten
doen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige  of  professioneel  bergingsbedrijf,  en  daarbij  gebruik  te
maken van een lepelwagen of een autoambulance. 
Gebruik  een  stevige  sleepkabel  en  neem  de  wettelijke  voor-
schriften in acht.

Omstandigheden waaronder u vóór het slepen contact dient op
te nemen met de dealer

Slepen met een takelwagen

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 561  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

562

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

Activeer de parkeerrem en zet het contact UIT.

Plaats  wielblokken  bij  alle  vier  de  wielen  om  te  voorkomen  dat  de  auto
wegrolt.

Zet de auto vast door de wielen
met  de  gordels  aan  de  vloer
van  de  autoambulance  vast  te
zetten, zoals aangegeven.

Slepen met een lepelwagen

Aan de voorzijde

Aan de achterzijde

Deactiveer de parkeerrem.

Gebruik een dolly onder de voor-
wielen.

Vervoeren op een autoambulance

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 562  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

563

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

8

Bij prob

lemen

Als er geen autoambulance beschikbaar is, mag de auto in geval van
nood tijdelijk worden gesleept door gebruik te maken van sleepkabels
of  -kettingen  die  u  aan  de  sleepogen  vastmaakt.  Uw  auto  mag  op
deze manier alleen op een verharde weg en met lage snelheid (lager
dan 30 km/h) over een afstand van maximaal 80 km worden gesleept. 
Er moet een bestuurder in de auto zitten om te sturen en te remmen.
Ook dienen de wielen, de assen, de aandrijflijn, de stuurinrichting en
de remmen in een goede conditie te zijn.

Haal het sleepoog tevoorschijn. (

Blz. 590, 605)

Verwijder  het  afdekkapje  van
het sleepoog met een sleufkop-
schroevendraaier.

Omwikkel  het  uiteinde  van  de
schroevendraaier  met  een  doek
om schade te voorkomen.

Plaats het sleepoog in de ope-
ning en draai het zo ver moge-
lijk met de hand vast.

Draai  het  sleepoog  stevig  vast
met  behulp  van  een  wielmoer-
sleutel

*

 of een stevige metalen

stang.

*

: Als  de  auto  niet  is  uitgerust  met

een wielmoersleutel, kunt u er een
aanschaffen  bij  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/repara-
teur  of  een  andere  naar  behoren
gekwalificeerde  en  uitgeruste  des-
kundige.

Slepen in een noodgeval

Procedure bij slepen in een noodgeval

1

2

3

4

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 563  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

564

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

Maak de kabel of de ketting goed vast aan het sleepoog.

Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.

Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Stap in de weg te
slepen auto en start de motor.

Zet, als de motor niet start, het contact AAN.
Auto's met Stop & Start-systeem: Zet het contact eenmaal UIT en start ver-
volgens de motor alvorens de auto te slepen.
Auto's  met  Smart  entry-systeem  en  startknop:  Stap  in  de  weg  te  slepen
auto en start de motor.
Zet, als de motor niet start, het contact AAN.
Auto's met Stop & Start-systeem: Zet het contact eenmaal UIT en start ver-
volgens de motor alvorens de auto te slepen.

Zet de selectiehendel in stand N en deactiveer de parkeerrem. 
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet:

Blz. 253

Tijdens het slepen

Als de motor niet draait, werken de rem- en stuurbekrachtiging niet. Hierdoor
zullen het remmen en sturen veel zwaarder gaan dan normaal.

Wielmoersleutel

Auto's  zonder  wielmoersleutel:  Een  wielmoersleutel  is  verkrijgbaar  bij  een
erkende Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere  naar  behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. 
Auto's  met  wielmoersleutel:  De  wielmoersleutel  bevindt  zich  in  de  bagage-
ruimte. (

Blz. 590)

5

6

7

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 564  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

565

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

8

Bij prob

lemen

WAARSCHUWING

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. 
Het  niet  in  acht  nemen  van  de  voorzorgsmaatregelen  kan  ernstig  letsel  tot
gevolg hebben.

Bij het slepen van de auto

Voorkomen van ernstige schade aan het Stop & Start-systeem bij het
slepen (auto's met Stop & Start-systeem)

Sleep deze auto nooit met vier wielen op de grond. Gebruik een autoambu-
lance of sleep de auto met de voor- of achterwielen in een lepel.

Tijdens het slepen

Wanneer u bij het slepen kabels of kettingen gebruikt, vermijd dan plotse-
ling optrekken, enz. waardoor er extreme krachten op het sleepoog en de
sleepkabel  of  -ketting  worden  uitgeoefend.  Het  sleepoog  en  de  kabel  of
ketting  kunnen  beschadigd  raken  en  afgebroken  stukken  kunnen  perso-
nen raken en ernstige schade veroorzaken.

Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact niet UIT. 
De mogelijkheid bestaat dat het stuurwiel wordt vergrendeld en niet kan
worden bediend. 
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact niet UIT. 
De mogelijkheid bestaat dat het stuurwiel wordt vergrendeld en niet kan
worden bediend.

Plaatsen van de sleepogen op de auto

Controleer of de sleepogen goed vastzitten. 
Als dat niet het geval is, dan kunnen de sleepogen bij het slepen losraken.

Zorg  ervoor  dat  de  auto  wordt  vervoerd
met de voorwielen of met alle vier de wie-
len  van  de  grond. Als  de  voorwielen  tij-
dens het slepen de grond raken, kunnen
de aandrijflijn en de bijbehorende onder-
delen beschadigd raken.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 565  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

566

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

OPMERKING

Voorkomen  van  beschadigingen  aan  de  auto  bij  het  slepen  met  een
lepelwagen

Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Sleep de auto niet met
de achterwielen omhoog terwijl het contact UIT staat of de sleutel is verwij-
derd.
Het stuurslot is niet sterk genoeg om de voorwielen in de rechtuitstand te
houden.

Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Sleep de auto niet met de
achterwielen omhoog als het contact UIT staat. Het stuurslot is niet sterk
genoeg om de voorwielen in de rechtuitstand te houden.

Let erop dat de andere zijde van de auto dan die die op de lepel staat vol-
doende grondspeling heeft. Als er onvoldoende speling aanwezig is, kan
de auto tijdens het slepen beschadigd raken.

Voorkomen  van  beschadigingen  aan  de  auto  bij  het  slepen  met  een
takelwagen

Sleep de auto niet met een takelwagen, noch vooruit, noch achteruit.

Voorkomen  van  beschadigingen  aan  de  auto  tijdens  slepen  in  een
noodgeval

Maak  de  kabel  of  de  ketting  niet  vast  aan  onderdelen  van  de  wielop-
hanging.

Voorkomen  van  beschadigingen  aan  de  auto  bij  gebruik  van  een
autoambulance

Rijd  niet  over  de  wielblokken,  anders  kunnen  de  banden  beschadigd
raken.

Bevestig de gordels alleen om de wielen en niet om andere delen van de
auto (zoals de wielophanging).

Bij het slepen van een auto met Stop & Start-systeem (indien aanwezig)

Auto's  zonder  Smart  entry-systeem  en  startknop:  Wanneer  de  auto  moet
worden gesleept waarbij alle wielen de grond raken, voer dan de volgende
procedure uit alvorens te slepen om het systeem te beschermen. 
Zet het contact eenmaal UIT en start vervolgens de motor. Zet, als de motor
niet start, het contact AAN.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Wanneer de auto moet wor-
den gesleept waarbij alle wielen de grond raken, voer dan de volgende pro-
cedure uit alvorens te slepen om het systeem te beschermen. 
Zet het contact eenmaal UIT en start vervolgens de motor. Zet, als de motor
niet start, het contact AAN.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 566  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

567

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

8

Bij prob

lemen

Sporen van lekkage onder de auto. 
(Na gebruik van de airconditioning is waterlekkage normaal.)

Banden die er te zacht uit zien of die ongelijkmatig versleten zijn

Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Het waarschu-
wingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur gaat branden. 

Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: De koelvloeistof-
temperatuurmeter staat voortdurend hoger dan normaal.

Abnormale uitlaatgeluiden

Overmatig piepende banden bij het nemen van een bocht

Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegin-
gen van de wielophanging

Pingelende of andere abnormale geluiden uit de motorruimte

De motor hapert, stottert of draait onregelmatig

Een merkbaar verlies aan trekkracht

De auto trekt tijdens het remmen sterk naar één kant

De  auto  trekt  sterk  naar  één  kant,  terwijl  u  rechtuitrijdt  op  een
vlakke weg

Teruglopende  remwerking,  sponzig  gevoel  in  het  rempedaal,  een
rempedaal dat bijna tot op de vloer kan worden ingetrapt

Als u denkt dat er iets mis is

Als  u  een  van  de  volgende  verschijnselen  opmerkt,  moet  uw
auto  mogelijk  worden  afgesteld  of  gerepareerd.  Neem  zo  snel
mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.

Zichtbare symptomen

Hoorbare symptomen

Merkbare symptomen

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 567  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

568

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

Volg onderstaande procedure om de motor opnieuw te starten als het
systeem geactiveerd is.

Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Zet het contact in stand ACC of UIT.
Start de motor opnieuw.

Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Zet het contact in stand ACC of UIT.
Start de motor opnieuw.

Uitschakelsysteem brandstofpomp 

(alleen benzinemotor)

Het  uitschakelsysteem  van  de  brandstofpomp  onderbreekt  de
brandstoftoevoer  naar  de  motor  om  de  kans  op  brandstof-
lekkage  te  verkleinen  als  de  motor  afslaat  of  als  een  airbag
wordt geactiveerd als gevolg van een aanrijding.

OPMERKING

Vóór het starten

Controleer het wegdek/de bodem onder de auto. 
Als  er  brandstoflekkage  waarneembaar  is,  is  het  waarschijnlijk  dat  het
brandstofsysteem  beschadigd  is  en  reparatie  behoeft.  Start  de  motor  niet
opnieuw.

1

2

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 568  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

569

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

8

Bij prob

lemen

Als een waarschuwingslampje gaat bran-

den of een waarschuwingszoemer klinkt

Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van
de  waarschuwingslampjes  gaat  branden  of  knipperen. Als  een
van  de  lampjes  gaat  branden  of  knipperen  en  daarna  weer  uit-
gaat, is er niet noodzakelijkerwijs een defect in het systeem aan-
wezig. Als deze situatie echter blijft voortduren, laat uw auto dan
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste
deskundige.

Overzicht waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers

Waarschu-

wingslampje

Waarschuwingslampje/details/handelingen

Waarschuwingslampje  (waarschuwingszoemer)  rem-
systeem

*

1

Geeft het volgende aan:
• Het remvloeistofniveau is te laag; of
• Er zit een storing in het remsysteem.

Dit  lampje  gaat  ook  branden  als  de  parkeerrem  niet
gedeactiveerd  is. Als  het  lampje  uitgaat  nadat  de  par-
keerrem gedeactiveerd is, werkt het systeem normaal.

Breng  de  auto  onmiddellijk  op  een  veilige  plaats  tot
stilstand  en  neem  contact  op  met  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.

(indien aanwezig)

Laadstroomcontrolelampje

Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsys-
teem van de auto

Breng  de  auto  onmiddellijk  op  een  veilige  plaats  tot
stilstand  en  neem  contact  op  met  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 569  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

570

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

(indien aanwezig)

Waarschuwingslampje lage oliedruk

Geeft aan dat de motoroliedruk te laag is.

Breng  de  auto  onmiddellijk  op  een  veilige  plaats  tot
stilstand  en  neem  contact  op  met  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

(indien aanwezig)

Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur

Geeft aan dat de motor oververhit raakt. (

Blz. 629)

Breng  de  auto  onmiddellijk  op  een  veilige  plaats  tot
stilstand  en  neem  contact  op  met  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

Motorcontrolelampje

Geeft aan dat er een storing is in:
• Het elektronische motorregelsysteem;
• De elektronische smoorklepregeling; of
• Het  elektronische  regelsysteem  Multidrive  CVT  (indien

aanwezig)

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

Waarschuwingslampje SRS

Geeft aan dat er een storing is in:
• Het SRS-airbagsysteem; of
• Het gordelspannersysteem

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

Waarschuwingslampje ABS

Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

Waarschu-

wingslampje

Waarschuwingslampje/details/handelingen

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 570  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

571

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

8

Bij prob

lemen

Waarschuwingslampje  (waarschuwingszoemer)  elektri-
sche stuurbekrachtiging

Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbe-
krachtiging (EPS)

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

(Gaat geel branden)

(indien aanwezig)

Controlelampje cruise control

Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het cruise con-
trol-systeem.

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

(Gaat geel branden)

(indien aanwezig)

Controlelampje snelheidsbegrenzer

Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het snelheids-
begrenzersysteem.

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

(Gaat branden)

Controlelampje Traction Control

Geeft aan dat er een storing is in:
• De VSC (Vehicle Stability Control);
• De TRC (Traction Control); of
• De Hill Start Assist Control
Het  lampje  gaat  knipperen  wanneer  de  VSC  of  TRC  in
werking is. (

Blz. 358)

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

Waarschu-

wingslampje

Waarschuwingslampje/details/handelingen

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 571  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

572

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

(indien aanwezig)

Waarschuwingslampje PCS

Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoe-
mer klinkt): 
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem)

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

Wanneer het waarschuwingslampje brandt: 
Geeft aan dat het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) tijde-
lijk niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
• Het deel van de voorruit rondom de sensor voor is vuil,

beslagen of bedekt door condens, ijs, stickers, e.d.

Verwijder  het  vuil,  de  condens,  het  ijs,  de  stickers,
enz. (

Blz. 281)

• De temperatuur van de sensor voor ligt buiten het wer-

kingsbereik

Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor
voor voldoende is afgekoeld. 

• Het VSC (Vehicle Stability Control-systeem) of het PCS

(Pre-Crash  Safety-systeem)  is  uitgeschakeld  of  beide
systemen zijn uitgeschakeld.

Schakel om het Pre-Crash Safety-systeem in te scha-
kelen zowel het VSC-systeem als het PCS-systeem in.
(

Blz. 286, 359)

(Knippert)

(indien aanwezig)

Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem

Geeft  aan  dat  er  een  storing  aanwezig  is  in  het  Stop  &
Start-systeem 
(Het  controlelampje  uitgeschakeld  Stop  &  Start-systeem
gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld:

Blz. 313)

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

(indien aanwezig)

Waarschuwingslampje brandstoffilter

Geeft aan dat er te veel water is verzameld in het brand-
stoffilter.

Blz. 507

Waarschu-

wingslampje

Waarschuwingslampje/details/handelingen

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 572  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

573

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

8

Bij prob

lemen

(indien aanwezig)

Waarschuwingslampje laag motoroliepeil

Geeft aan dat het motoroliepeil laag is, maar duidt niet op
een storing.

Controleer het oliepeil en vul indien nodig olie bij. 
(

Blz. 493)

(indien aanwezig)

Waarschuwingslampje motorolie verversen

Wanneer het lampje knippert:
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst. 
(Als  het  indicatiesysteem  voor  het  verversen  van  de
motorolie niet is gereset, zal het controlelampje niet goed
werken.)

Controleer de motorolie en ververs indien nodig. Na
het verversen van de motorolie moet het verversings-
systeem worden gereset. (

Blz. 498)

Als het lampje gaat branden:
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst.
Na het verversen van de motorolie en het resetten van het
indicatiesysteem motorolie verversen.

Laat  de  motorolie  en  het  oliefilter  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige controleren en vervangen. Na het verversen van
de  motorolie  moet  het  verversingssysteem  worden
gereset. (

Blz. 498)

(indien aanwezig)

Waarschuwingslampje roetfiltersysteem

• Geeft  aan  dat  de  DPF-katalysator  moet  worden  gerei-

nigd door herhaaldelijke korte ritten en/of rijden met lage
snelheid.

• Geeft aan dat de hoeveelheid ophoping in de DPF-kata-

lysator het gespecificeerde niveau heeft bereikt.

Om het  roetfilter  te reinigen  moet er  gedurende 20 -

30  minuten  met  de  auto  gereden  worden  met  een

snelheid  van  65  km/h  of  hoger  totdat  het  waarschu-
wingslampje van het roetfiltersysteem uitgaat

*

2

Zet de motor zo min mogelijk uit totdat het waarschu-

wingslampje van het roetfiltersysteem uitgaat. 

Als het niet mogelijk is te rijden met een snelheid van

65  km/h  of  hoger,  of  als  het  waarschuwingslampje

van het roetfiltersysteem niet uitgaat ook al is er lan-

ger dan 30 minuten met de auto gereden, laat dan uw

auto  controleren  door  een  erkende  Toyota-dealer  of

hersteller/reparateur  of  een  andere  naar  behoren

gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Waarschu-

wingslampje

Waarschuwingslampje/details/handelingen

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 573  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

574

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

(indien aanwezig)

Waarschuwingslampje  (waarschuwingszoemer)  open
portier/achterklep

*

3

Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet
geheel gesloten is

Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten
zijn.

(Knippert gedurende 

15 seconden geel.)

(indien aanwezig)

Controlelampje Smart entry-systeem met startknop

Geeft  aan  dat  er  een  storing  aanwezig  is  in  het  Smart
entry-systeem met startknop.

Laat  uw  auto  direct  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

Waarschuwingslampje laag brandstofniveau

Instrumentenpaneel met 3 meters:
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof onge-
veer 7,5 liter of minder is
Instrumentenpaneel met 2 meters:
• Benzinemotor: Geeft aan dat de resterende hoeveelheid

brandstof ongeveer 7,5 l of minder is

• Dieselmotor:  Geeft  aan  dat  de  resterende  hoeveelheid

brandstof ongeveer 8,3 l of minder is

Vul de brandstoftank.

Controlelampje  (waarschuwingszoemer)  bestuurders-
en voorpassagiersgordel

*

4

Waarschuwt  de  bestuurder  en/of  voorpassagier  dat  de
veiligheidsgordel vastgemaakt dient te worden.

Doe de veiligheidsgordel om.
Als  er  iemand  op  de  voorpassagiersstoel  zit,  moet
ook de veiligheidsgordel voor de voorpassagier wor-
den  vastgemaakt,  zodat  het  waarschuwingslampje
(de waarschuwingszoemer) uitgaat.

(indien aanwezig)

Controlelampjes  (waarschuwingszoemer)  veiligheids-
gordel achterpassagiers

*

4

Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel
om te doen.

Doe de veiligheidsgordel om.

Waarschu-

wingslampje

Waarschuwingslampje/details/handelingen

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 574  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

575

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

8

Bij prob

lemen

*

1

: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem: 

Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de parkeerrem nog niet is gede-
activeerd (als de auto een snelheid van 5 km/h heeft bereikt).

*

2

: Het  waarschuwingslampje  van  het  roetfiltersysteem  kan  blijven  branden

als het waarschuwingslampje motorolie verversen brandt. Laat in dit geval
uw auto controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

*

3

: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep:

Er klinkt een zoemer als de rijsnelheid hoger wordt dan 5 km/h terwijl een
portier is geopend.

*

4

: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:

De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordels herinnert de bestuur-
der en de passagiers eraan de veiligheidsgordel om te doen. De zoemer
klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van ten minste
20 km/h heeft bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastge-
maakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.

(indien aanwezig)

Waarschuwingslampje lage bandenspanning

Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
• Natuurlijke oorzaken (

Blz. 578)

• Lekke band (

Blz. 589, 603)

Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het sys-
teem nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur  of  een  andere  naar  behoren
gekwalificeerde  en uitgeruste deskundige  indien  het
lampje  niet  dooft  nadat  de  banden  op  spanning  zijn
gebracht.

Als  het  lampje  gaat  branden  nadat  het  gedurende  1
minuut geknipperd heeft:
Storing  in  het  bandenspanningswaarschuwingssysteem
(

Blz. 579)

Laat  het  systeem  controleren  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.

(indien aanwezig)

Centraal waarschuwingslampje

Een  zoemer  klinkt  en  het  waarschuwingslampje  gaat
branden  en  knippert  om  aan  te  geven  dat  het  centrale
waarschuwingssysteem een storing heeft gesignaleerd.

Blz. 582

Waarschu-

wingslampje

Waarschuwingslampje/details/handelingen

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 575  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

576

8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

UK AURIS_HB_EE

Controleer,  nadat  de  noodzakelijke  handelingen  uitgevoerd  zijn  om
het probleem te verhelpen, of de waarschuwingslampjes uitgaan.

Volg  de  correctieprocedures.  (auto's  met  Smart  entry-systeem
en startknop en met een instrumentenpaneel met 3 meters)

Zoemer

interieur

Zoemer

exterieur

Waarschu-

wings-

lampje

Waarschuwingslampje/details/handelingen

Continu Continu

(Knippert 

geel)

Controlelampje  Smart  entry-systeem  met

startknop (auto's met Multidrive CVT)

De elektronische sleutel bevond zich buiten de

auto  en  het  bestuurdersportier  werd  geopend

en  gesloten  terwijl  de  selectiehendel  in  een

andere  stand  dan  stand  P  werd  gezet  zonder

het contact UIT te zetten.

Zet de selectiehendel in stand P.

Neem de elektronische sleutel weer mee in

de auto.

Een 

keer

3 keer

(Knippert 

geel)

Controlelampje  Smart  entry-systeem  met

startknop (auto's met Multidrive CVT)

De elektronische sleutel bevond zich buiten de

auto  en  het  bestuurdersportier  werd  geopend

en  gesloten  terwijl  de  selectiehendel  in  een

andere  stand  dan  stand  P  werd  gezet  zonder

het contact UIT te zetten.

Zet  het  contact  UIT  of  zorg  ervoor  dat  de

elektronische  sleutel  zich  in  de  auto

bevindt.

Een 

keer

3 keer

(Knippert 

geel)

Controlelampje  Smart  entry-systeem  met

startknop

Geeft  aan  dat  er  een  ander  portier  dan  het

bestuurdersportier  werd  geopend  en  gesloten

terwijl het contact in een andere stand dan UIT

stond  en  de  elektronische  sleutel  zich  buiten

het ontvangstgebied bevond.

Houd  de  elektronische  sleutel  binnen  het

detectiegebied.

Een 

keer

Continu

(5 secon-

den)

(Knippert 

geel)

Controlelampje  Smart  entry-systeem  met

startknop 

Er wordt geprobeerd de auto te verlaten met de

elektronische  sleutel  en  de  portieren  te  ver-

grendelen  zonder  dat  het  contact  eerst  UIT  is

gezet.

Zet het contact UIT en vergrendel de portie-

ren opnieuw.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 576  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

 

 

 

 

 

Content      ..     29      30      31      32     ..