Toyota Auris (2018 year). Instruction in Dutch - part 17

 

  Index      Toyota     Toyota Auris (2018 year) - instruction in Dutch

 

Search            copyright infringement  

 

 

 

 

 

 

 

 

Content      ..     15      16      17      18     ..

 

 

Toyota Auris (2018 year). Instruction in Dutch - part 17

 

 

325

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Druk  op  de  toets  ON-OFF  om
de  cruise  control  in  te  schake-
len. 

Het  controlelampje  cruise  control
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen. 

Accelereer  of  decelereer  met
behulp van het gaspedaal naar
de  gewenste  rijsnelheid  (hoger
dan ongeveer 40 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.

Het  controlelampje  cruise  control
SET gaat branden.
De  rijsnelheid  op  het  moment  dat
de  hendel  wordt  losgelaten,  wordt
de ingestelde snelheid.

Instellen van de rijsnelheid

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 325  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

326

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Bedien,  om  de  ingestelde  snelheid  te  wijzigen,  de  hendel  totdat  de
gewenste snelheid wordt bereikt.

Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid

Fijnafstelling:  Beweeg  de  hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
in de gewenste richting gedrukt.

De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:

Fijnafstelling: Met ongeveer 1,6 km/h, telkens als de hendel wordt bediend.
Ruime  afstelling:  De  ingestelde  snelheid  wordt  continu  verhoogd  of  ver-
laagd totdat de hendel wordt losgelaten.

Door  de  hendel  naar  u  toe  te
trekken  wordt  de  constante-
snelheidsregeling 

uitgescha-

keld.

De snelheidsregeling wordt ook uit-
geschakeld  als  het  rempedaal  of
het koppelingspedaal (alleen hand-
geschakelde  transmissie)  wordt
ingetrapt.

Door  de  hendel  omhoog  te
drukken  wordt  de  constante-
snelheidsregeling hervat.

Hervatten is echter mogelijk vanaf een rijsnelheid van hoger dan ongeveer
40 km/h.

Wijzigen van de ingestelde snelheid

1

2

Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 326  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

327

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

De cruise control kan worden gebruikt als

Auto's met Multidrive CVT

De selectiehendel in stand D of in stand 4 of hoger van M staat.

Stand 4 of hoger is geselecteerd met de paddle shift. 
(auto's met paddle shift-schakelaar)

De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.

Auto's met handgeschakelde transmissie

De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.

Accelereren na het instellen van de rijsnelheid

Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.

De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te  schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te  accelereren  en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.

Automatisch uitschakelen van de cruise control

De  cruise  control  wordt  automatisch  uitgeschakeld  in  een  van  de  volgende
situaties:

De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de inge-
stelde snelheid. 
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.

Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.

De VSC is geactiveerd.

De snelheidsbegrenzer is geactiveerd. (indien aanwezig)

Als het controlelampje cruise control geel gaat branden (auto's met een
instrumentenpaneel met 3 meters) of de melding “Check cruise control
system” (controleer cruise control-systeem) op het multi-informatiedis-
play  wordt  weergegeven  (auto's  met  een  instrumentenpaneel  met  2
meters)

Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct
na het activeren  weer  wordt  uitgeschakeld, is er mogelijk  een defect in het
cruise  control-systeem  aanwezig.  Laat  de  auto  nakijken  door  een  erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 327  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

328

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen

Schakel  de  cruise  control  uit  met  de  toets  ON-OFF  als  deze  niet  wordt
gebruikt.

Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control

Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties. 
Als  u  dat  wel  doet,  verliest  u  mogelijk  de  controle  waardoor  een  ongeval
met ernstig letsel kan ontstaan.

In druk verkeer

Op wegen met scherpe bochten

Op slingerende wegen

Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn

Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.

Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodge-
val

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 328  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

329

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Er  kan  een  gewenste  maximumsnelheid  worden  ingesteld  met  de
cruise  control-schakelaar.  De  snelheidsbegrenzer  voorkomt  dat  de
auto de ingestelde snelheid overschrijdt.

Controlelampje
Schakelaar snelheidsbegrenzer
Ingestelde snelheid

Snelheidsbegrenzer

: Indien aanwezig

Overzicht van functies

Auto's  met  een  instrumenten-
paneel met 3 meters

Auto's  met  een  instrumenten-
paneel met 2 meters

1

2

3

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 329  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

330

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Schakel  de  schakelaar  van  de
snelheidsbegrenzer in.

Druk  nogmaals  op  de  schakelaar
om  de  snelheidsbegrenzer  uit  te
schakelen.

Accelereer  of  decelereer  naar
de  gewenste  snelheid  en  druk
de hendel naar beneden om de
gewenste  maximumsnelheid  in
te stellen.

Als de hendel naar beneden wordt
gedrukt  wanneer  de  rijsnelheid
lager  is  dan  30  km/h,  wordt  de
snelheid ingesteld op 30 km/h.

*

1

: Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters

*

2

: Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters

Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid

Houd  de  hendel  vast  tot  de
gewenste snelheid bereikt is.
Voor  een  kleine  wijziging  van  de
ingestelde snelheid druk u de hen-
del  lichtjes  omhoog  of  omlaag  en
laat u hem vervolgens los.

Instellen van de rijsnelheid

*

1

*

2

Type A

Type B

1

*

1

*

2

2

Wijzigen van de ingestelde snelheid

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 330  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

331

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Uitschakelen

Trek  de  hendel  naar  u  toe  om  de
snelheidsbegrenzer  uit  te  schake-
len.

Hervatten

Druk  de  hendel  omhoog  om  het
gebruik van de snelheidsbegrenzer
te hervatten.

Overschrijden van de ingestelde snelheid

In de volgende situaties overschrijdt de rijsnelheid de ingestelde snelheid en
gaan de tekens op het display knipperen:

Wanneer u het gaspedaal volledig intrapt

Wanneer u bergaf rijdt

Automatische uitschakeling snelheidsbegrenzer

De snelheidsbegrenzer wordt automatisch uitgeschakeld in een van de vol-
gende situaties:

De cruise control wordt ingeschakeld.

Alleen 8NR-FTS motor: Wanneer het VSC- en/of TRC-systeem wordt uitge-
schakeld door de schakelaar VSC OFF in te drukken.

Als  het  controlelampje  snelheidsbegrenzer  geel  gaat  branden  (auto's
met een instrumentenpaneel met 3 meters) of de melding “Check speed
limiter system” (controleer snelheidsbegrenzer) op het multi-informatie-
display  wordt  weergegeven  (auto's  met  een  instrumentenpaneel  met  2
meters)

Zet de motor af en start de motor weer. Stel na het weer starten van de motor
de snelheidsbegrenzer in. Als de snelheidsbegrenzer niet kan worden inge-
steld, is er mogelijk een storing aanwezig in de snelheidsbegrenzer. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Uitschakelen en hervatten van de snelheidsbegrenzer

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 331  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

332

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Onbedoeld inschakelen van de snelheidsbegrenzer voorkomen

Laat de snelheidsbegrenzer uitgeschakeld wanneer deze niet in gebruik is.

Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de snelheidsbegrenzer

Gebruik de snelheidsbegrenzer niet in de volgende situaties. 
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.

Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn

Op steile hellingen

Wanneer uw auto een aanhangwagen trekt

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 332  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

333

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Soorten sensoren

Toyota Parking Assist-sensor

: Indien aanwezig

Auto's zonder navigatie-/multimediasysteem: 
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en ach-
teruit inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren en
wordt  doorgegeven  via  het  multi-informatiedisplay  en  een  zoe-
mer.  Controleer  bij  gebruik  van  dit  systeem  ook  altijd  zelf  de
omgeving.
Auto's met navigatie-/multimediasysteem: 
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasys-
teem.

Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren voor
Zijsensoren voor

Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter

1

2

3

4

5

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 333  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

334

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Inschakelen/uitschakelen  van  het  Toyota  Parking Assist  Sen-
sor-systeem

Dit systeem kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld via het multi-
informatiedisplay.

Ga naar het instelscherm (

Blz. 119) en druk op 

/

 van de

bedieningstoetsen  van  het  instrumentenpaneel  om 

  te

selecteren.
Druk  op 

  van  de  bedie-

ningstoetsen  van  het  instru-
mentenpaneel 

om 

het

systeem  in  of  uit  te  schake-
len.
Als het systeem is ingescha-
keld,  brandt  het  controle-
lampje 

van 

de  Toyota

Parking Assist-sensor.

Wanneer  de  sensoren  een  obstakel  signaleren,  wordt  dit  grafisch
weergegeven op het multi-informatiedisplay overeenkomstig de posi-
tie en afstand tot het obstakel.

Werking binnenste sensor voor
Werking sensoren en hoeksen-
soren voorzijde
Werking hoeksensor achter
Werking binnenste sensor ach-
ter

1

2

Weergave

1

2

3

4

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 334  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

335

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Als een sensor een obstakel signaleert, worden de richting van en de
afstand tot het obstakel bij benadering weergegeven en klinkt de zoe-
mer.

Hoeksensoren

De afstandsweergave en zoemer

Globale afstand tot 

obstakel

Multi-informatiedisplay

Zoemer

50 - 37,5 cm

Gemiddeld

37,5 - 25 cm

Snel

Minder dan 25 cm

Continu

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 335  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

336

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Zijsensoren voor

Middelste sensoren

Globale afstand tot 

obstakel

Multi-informatiedisplay

Zoemer

Minder dan 25 cm 

Continu

Globale afstand tot 

obstakel

Multi-informatiedisplay

Zoemer

Voor: 100 - 55 cm 

Achter: 150 - 55 cm 

Langzaam

55 - 42,5 cm 

Gemiddeld

42,5 - 30 cm 

Snel

Minder dan 30 cm 

Continu

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 336  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

337

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 25 cm
Ongeveer 50 cm
Ongeveer 50 cm

Het  schema  toont  het  detectiebe-
reik van de sensoren. Merk op dat
de  sensoren  geen  obstakels  kun-
nen  detecteren  die  zich  extreem
dicht bij de auto bevinden.
Het  bereik  van  de  sensoren  kan
verschillend  zijn,  afhankelijk  van
bijvoorbeeld  de  vorm  van  het
object.

Detectiebereik van de sensoren

1

2

3

4

5

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 337  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

338

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als

Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: 
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: 
Het contact AAN staat.

Sensoren voor:
• Auto's met Multidrive CVT: 

De selectiehendel staat in een andere stand dan P.

• Auto's met handgeschakelde transmissie: 

De parkeerrem is niet geactiveerd.

• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 10 km/h. 

(Bij een willekeurige snelheid als de selectiehendel in stand R staat.)

Sensoren achter: 
De selectiehendel staat in stand R.

Detectie-informatie sensoren

Bepaalde omstandigheden van de auto en de omgeving kunnen een nega-
tieve invloed hebben op het vermogen van de sensor om obstakels correct
te signaleren. Specifieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u hieron-
der.
• Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor.
• De sensor is bevroren.
• Een sensor wordt ergens door afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of

op gras.

• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren,

luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone
geluidsgolven produceren.

• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije

omgeving.

• Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regen-

val.

• De auto is uitgerust met een staafantenne of een draadloze antenne.
• Er is een sleepoog gemonteerd.
• Een bumper of sensor krijgt een harde klap.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Er  zijn  niet-originele  Toyota-onderdelen  voor  de  wielophanging  (verla-

gingsset enz.) gemonteerd.

Naast de hierboven genoemde voorbeelden kunnen er situaties zijn waarin
de sensor borden en andere voorwerpen door hun vorm dichterbij signaleert
dan deze in werkelijkheid zijn.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 338  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

339

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Door de vorm van het obstakel kan de sensor het niet signaleren. Let goed
op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw

auto

Als “Clean sonar.” (Reinig sonar) weergegeven op het multi-informatie-
display.

Mogelijk is een sensor vuil of bedekt met sneeuw of ijs. In dat geval moet het
systeem na het reinigen van de sensor weer normaal werken.
Als  een  sensor  is  bevroren,  wordt  er  mogelijk  een  waarschuwingsmelding
weergegeven  of  worden  obstakels  mogelijk  niet  gesignaleerd.  Wanneer  de
sensor is ontdooid, moet het systeem weer normaal werken.

Als “Check sonar system.” (controleer sonarsysteem) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay

Het systeem werkt mogelijk niet door een storing in een sensor.
Laat  de  auto  nakijken  door  een  erkende Toyota-dealer  of  hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

WAARSCHUWING

Wees alert tijdens het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. 
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.

Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.

Monteer geen accessoires binnen het bereik van de sensor.

OPMERKING

Aanwijzing bij het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor

Stel de  omgeving  van de  sensoren  niet bloot aan  sterke  waterstralen  of
stoom. 
Anders kan de sensor defect raken.

Als uw auto betrokken is geweest bij een aanrijding, worden de sensoren
beschadigd en kan het systeem buiten werking treden. 
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 339  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

340

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Schakelaar Simple-IPA
Weergave
Controlelampje

Simple-IPA 

(Simple-Intelligent Parking Assist)

: Indien aanwezig

Simple-IPA is een systeem dat hulp biedt bij het fileparkeren. Bij
het fileparkeren of het parkeren in de ruimte achter een gepar-
keerde  auto,  wordt  met  behulp  van  de  sensoren  op  de  zijkant
van  de  voorbumper  een  ruimte  gesignaleerd  waar  de  auto  kan
worden  geparkeerd.  Het  inparkeren  wordt  vervolgens  geassis-
teerd door de automatische werking van het stuurwiel.

Geschikte parkeerruimte signaleren
Auto in een gesignaleerde parkeerruimte parkeren

*

Stuurwiel draaien om in de beoogde ruimte te parkeren

*

De auto is nu geparkeerd in de beoogde parkeerruimte

*

*

: Het stuurwiel wordt automatisch bediend.

Schakelaar Simple-IPA en multi-informatiedisplay

1

2

3

4

1

2

3

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 340  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

 

 

 

 

 

Content      ..     15      16      17      18     ..