Toyota Auris (2018 year). Instruction in Dutch - part 4

 

  Index      Toyota     Toyota Auris (2018 year) - instruction in Dutch

 

Search            copyright infringement  

 

 

 

 

 

 

 

 

Content      ..     2      3      4      5     ..

 

 

Toyota Auris (2018 year). Instruction in Dutch - part 4

 

 

63

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

 b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Gebruik van een baby- of kinderzitje

Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is voor deze auto
vormt geen goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (bij plotse-
ling remmen of bij een ongeval) ernstig letsel oplopen.

Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes

De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd
op de leeftijd en grootte van het kind. Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval
kan een kind dan de voorruit raken of klem komen te zitten tussen u en het
dashboard.

Toyota  adviseert  met  klem  gebruik  te  maken  van  een  geschikt  zitje  dat
past  bij  de  lengte  van  het  kind  en  dat  op  de  achterstoel  geplaatst  is.  In
ongevallenstatistieken  is  aangetoond  dat  kinderen  minder  verwondingen
oplopen als zij op de achterstoelen op de juiste wijze vastzitten dan als zij
op de voorstoel zitten.

Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand
ON staat. (

Blz. 53)

Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kracht waar-
mee de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd.

Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje alleen op de voor-
passagiersstoel als het niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinder-
zitje  dat  aan  de  bovenzijde  vastgemaakt  moet  worden,  op  de
voorpassagiersstoel,  aangezien  deze  stoel  niet  van  bovenste  bevesti-
gingspunten is voorzien. Zet de rugleuning zo ver mogelijk rechtop en de
stoel zo ver mogelijk naar achteren, omdat de voorpassagiersairbag met
aanzienlijke  snelheid  en  kracht  wordt  geactiveerd.  Hierdoor  kan  ernstig
letsel ontstaan.

Laat een kind niet met het hoofd of een ander lichaamsdeel tegen het por-
tier leunen of tegen dat deel van de stoel, de voor- en achterstijl of de dak-
zijrail leunen waarin de side airbag of de curtain airbag is ondergebracht,
ook  niet  als  het  kind  in  een  baby-  of  kinderzitje  zit. Anders  kan  het  kind
ernstig letsel oplopen als bij een aanrijding de side airbags of de curtain
airbags worden geactiveerd.

Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant en controleer na het plaatsen van het zitje of het ste-
vig  is  bevestigd.  Als  het  zitje  niet  stevig  vastzit,  kan  het  kind  bij  hard
remmen of een ongeval ernstig letsel oplopen.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 63  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

64

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Als er kinderen in de auto aanwezig zijn

Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen. 
Als  dit  gebeurt  en  de  gordelsluiting  niet  kan  worden  losgemaakt,  knip  de
gordel dan door met een schaar.

Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is

Laat het zitje goed vastzitten op de stoel, zelfs als het niet wordt gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in het passagierscompartiment.

Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte. Als er bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje een hoofdsteun is verwijderd, moet deze voor u wegrijdt altijd
worden teruggeplaatst. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard rem-
men of bij een ongeval letsel oplopen.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 64  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

65

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

 b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Veiligheidsgordels  (bij  een  drie-
puntsveiligheidsgordel  met  blok-
keerautomaat  (ELR)  is  een
blokkeerclip noodzakelijk)

ISOfix-bevestigingssysteem 

Voor  de  buitenste  zitplaatsen  ach-
ter  zijn  lage  bevestigingspunten
aanwezig. (Labels geven aan waar
de  bevestigingspunten  zich  in  de
stoelen bevinden.)

Bevestigingssteunen 
(bovenste gordel)

De buitenste zitplaatsen achter zijn
voorzien  van  een  bevestigings-
punt voor de bovenste gordel.

Plaatsen van baby- en kinderzitjes

Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinder-
zitje.  Zet  het  baby-  of  kinderzitje  stevig  vast  op  de  zitplaatsen
met de veiligheidsgordel of het ISOfix-bevestigingssysteem. Zet
het baby- of kinderzitje met de bovenste gordel vast.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 65  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

66

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje/kinderzitje

Plaats het zitje op de achter-
stoel,  waarbij  het  kind  naar
achteren kijkt.

Voer  de  veiligheidsgordel
door  het  baby-  of  kinderzitje
en  steek  de  gesp  in  de  gor-
delsluiting.  Controleer  of  de
gordel niet gedraaid is.

Plaats een blokkeerclip bij de
gesp  van  de  schouder-  en
heupgordel en haal de gordel
door  de  openingen  van  de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer  vast.  Maak  de  gordel
als  deze  niet  goed  strak
getrokken  is  weer  los  en
plaats de blokkeerclip weer.

Plaatsen van een baby- of kinderzitje met behulp van een veilig-
heidsgordel

1

2

3

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 66  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

67

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

 b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

In de rijrichting geplaatst kinderzitje

Plaats het zitje zodanig op de
stoel dat het kind in de rijrich-
ting kijkt.

Als  het  baby-  of  kinderzitje  niet
kan  worden  geplaatst  omdat  er
een  hoofdsteun  in  de  weg  zit,
verwijdert  u  de  hoofdsteun  en
plaatst  u  vervolgens  het  zitje.
(

Blz. 197)

Voer  de  veiligheidsgordel
door  het  baby-  of  kinderzitje
en  steek  de  gesp  in  de  gor-
delsluiting.  Controleer  of  de
gordel niet gedraaid is.

Plaats een blokkeerclip bij de
gesp  van  de  schouder-  en
heupgordel en haal de gordel
door  de  openingen  van  de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer  vast.  Maak  de  gordel
als  deze  niet  goed  strak
getrokken  is  weer  los  en
plaats de blokkeerclip weer.

1

2

3

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 67  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

68

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Zitkussen

Plaats het zitje zodanig op de stoel dat het kind in de rijrichting
kijkt.

Als  het  baby-  of  kinderzitje  niet  kan  worden  geplaatst  omdat  er  een
hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en plaatst u vervol-
gens het zitje. (

Blz. 197)

Plaats  het  kind  in  het  zitje.
Zet het kind vast met de vei-
ligheidsgordel  volgens  de
aanwijzingen  van  de  fabri-
kant van het baby- of kinder-
zitje  en  steek  de  gesp  in  de
gordelsluiting.  Controleer  of
de gordel niet gedraaid is.

Controleer  of  de  schoudergordel  goed  over  de  schouder  van  het  kind
loopt en het heupgedeelte zo laag mogelijk ligt. (

Blz. 38)

Druk  de  ontgrendelknop  op  de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen. 

1

Met hoge rugleuning

Verhoging

2

Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 68  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

69

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

 b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Zet  de  hoofdsteunen  in  de
hoogste stand.

Als het baby- of kinderzitje niet kan
worden  geplaatst  omdat  er  een
hoofdsteun in de weg zit, verwijdert
u  de  hoofdsteun  en  plaatst  u  ver-
volgens het zitje. (

Blz. 197)

Verwijder  de  bagageafdekking  als  het  zitje  een  bovenste  gordel
heeft. (

Blz. 461)

Bevestig de gespen aan de speciale stangen.
Steek de ISOfix-koppelingen in
de  opening  tot  deze  aan  de
hiervoor 

bedoelde 

bevesti-

gingsstangen vergrendelen.

Als het zitje een bovenste gordel heeft, moet deze worden vastgezet aan
de bevestigingssteun.
Voer de lus aan de bovenzijde onder de hoofdsteun door.

Plaatsing met het ISOfix-bevestigingssysteem 

1

2

3

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 69  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

70

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Zet  de  hoofdsteunen  in  de
hoogste stand.

Als het baby- of kinderzitje niet kan
worden  geplaatst  omdat  er  een
hoofdsteun in de weg zit, verwijdert
u  de  hoofdsteun  en  plaatst  u  ver-
volgens het zitje. (

Blz. 197)

Maak  het  baby-  of  kinderzitje
vast met de veiligheidsgordel of
met het ISOfix-bevestigingssys-
teem.

Verwijder de bagageafdekking. (

Blz. 461)

Maak  de  haak  vast  aan  de
bevestigingssteun  en  maak  de
bovenste gordel vast.

Voer  de  lus  aan  de  bovenzijde
onder de hoofdsteun door.
Controleer  of  de  bovenste  gordel
goed vastzit.

Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel

1

2

3

4

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 70  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

71

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

 b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst 

U moet bij het plaatsen van het zitje gebruikmaken van een borgclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet
over  een  blokkeerclip  beschikt,  kunt  u  deze  kopen  bij  een  erkende Toyota-
dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige:
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje 
(onderdeelnr. 73119-22010)

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje
en zet het zitje goed vast. 
Als  het  zitje  niet  goed  wordt  vastgezet,  kunnen  het  kind  of  de  overige
passagiers bij plotseling remmen of een aanrijding ernstig letsel oplopen.

Als  het  kinderzitje  niet  goed  gemon-
teerd  kan  worden  omdat  de  bestuur-
dersstoel  in  de  weg  zit,  moet  het
kinderzitje  rechts  achterin  (auto's  met
linkse besturing) of links achterin (auto's
met  rechtse  besturing)  worden gemon-
teerd.

Verstel de voorpassagiersstoel zodanig
dat  deze  geen  contact  maakt  met  het
baby- of kinderzitje.

Plaats  een  in  de  rijrichting  geplaatst
baby-  of  kinderzitje  alleen  op  de  voor-
stoel als het niet anders kan.

Als  er  een  in  de  rijrichting  geplaatst
baby-  of  kinderzitje  op  de  voorpassa-
giersstoel  wordt  geplaatst,  moet  de
stoel zo ver mogelijk naar achteren wor-
den geschoven en moet de hoofdsteun
van de stoel worden verwijderd. 
Als  dat  niet  wordt  gedaan,  kan  er  ern-
stig letsel ontstaan als de airbags geac-
tiveerd worden.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 71  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

72

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst  baby-  of  kinderzitje  op  de
voorpassagiersstoel  als  de  aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. (

Blz. 53)

Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag  wordt  geacti-
veerd.

Een  waarschuwingslabel  op  de  zonne-
klep  aan passagierszijde  geeft aan  dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting  in  geplaatst  baby-  of  kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 72  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

73

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

 b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Als  er  in  het  land  waarin  u  woont  regels  zijn  voor  baby-  en  kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.

Controleer  als  er  een  zitkussen  geplaatst  is  altijd  of  de  schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplo-
pen.

Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.

Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.

Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.

Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.

Het  correct  vastzetten  van  een  baby-  of  kinderzitje  aan  de  bevesti-
gingspunten

Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde  voorwerpen  rond  de  bevestigingspunten  aanwezig  zijn  en  of  de
gordel  niet  klem  zit  achter  het  baby-  of  kinderzitje.  Controleer  of  het  zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij hard remmen of bij een aanrijding letsel oplopen.

Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is

Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte. Als er bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje  een  hoofdsteun  is  verwijderd,  moet  deze  voor  u  wegrijdt  altijd
worden teruggeplaatst. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard rem-
men of bij een ongeval letsel oplopen.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 73  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

74

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Belangrijke voorzorgsmaatregelen in 

verband met uitlaatgassen

Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.

WAARSCHUWING

Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleur-
loos en reukloos gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. 
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen
in de auto terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een
ongeval kan veroorzaken, of waardoor de gezondheid van de inzittenden ern-
stig kan worden geschaad.

Belangrijke punten tijdens het rijden

Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is.

Als  u  uitlaatgassen  ruikt  in  de  auto,  zelfs  als  de  achterklep  gesloten  is,
moet  u  de  ruiten  openzetten  en  de  auto  zo  snel  mogelijk  laten  nakijken
door  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Tijdens het parkeren

Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet u de motor uitschakelen.

Laat de motor niet langdurig stationair draaien. 
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg
ervoor dat er geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen. 

Laat de motor niet draaien op een plaats waar sneeuw de afvoer van de
uitlaatgassen  zou  kunnen  hinderen.  Als  zich  sneeuw  rond  de  auto
ophoopt terwijl de motor draait, kunnen uitlaatgassen zich verzamelen en
in de auto terechtkomen. 

Uitlaatpijp

Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto
nakijken en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
bij gaten of scheuren als gevolg van corrosie of beschadigingen aan verbin-
dingsstukken, of bij een abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 74  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

75

1

Veil
igh
eid en

 b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

1-2. Antidiefstalsysteem

Auto's  zonder  Smart  entry-sys-
teem en startknop:
Het  controlelampje  gaat  knippe-
ren  als  de  sleutel  uit  het  contact-
slot  is  verwijderd,  om  aan  te
geven  dat  het  systeem  is  inge-
schakeld.
Het controlelampje stopt met knip-
peren als  de geregistreerde sleu-
tel  in  het  contactslot  is  gestoken
om aan te geven dat het systeem
is uitgeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Het controlelampje knippert nadat het contact UIT is gezet om aan te
geven dat het systeem in werking is.
Het  controlelampje  houdt  op  met  knipperen  als  het  contact  in  stand
ACC of AAN is gezet om aan te geven dat het systeem is uitgescha-
keld.

Startblokkering

De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transpon-
derchips  die  voorkomen  dat  de  motor  gestart  kan  worden  met
een sleutel die niet in een eerder stadium geregistreerd is in de
boordcomputer van de auto. 
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit  systeem  is  ontworpen  om  autodiefstal  te  voorkomen,  maar
absolute beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet wor-
den gegarandeerd.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 75  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

76

1-2. Antidiefstalsysteem

UK AURIS_HB_EE

Onderhoud van het systeem

De auto is voorzien van een onderhoudsvrije startblokkering.

Omstandigheden waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt

Als de greep van de sleutel tegen een metalen voorwerp wordt gehouden

Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde transponderchip
van een andere auto wordt gehouden

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 76  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

99

1-2. Antidiefstalsysteem

1

Veil
igh
eid en

 b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Met  licht  en  geluid  worden  alarmsignalen  gegeven  wanneer  er  een
inbraakpoging wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandigheden geactiveerd:

Als een vergrendeld portier wordt ontgrendeld of geopend zonder
gebruik  te  maken  van  de  instapfunctie  (indien  aanwezig)  of  de
afstandsbediening. (De portieren zullen automatisch opnieuw wor-
den vergrendeld.)

De motorkap wordt geopend.

Sluit  de  portieren,  de  achterklep
en de motorkap en vergrendel alle
portieren  met  de  instapfunctie
(indien aanwezig) of de afstands-
bediening. Na 30 seconden wordt
het  systeem  automatisch  inge-
schakeld.

Het systeem is ingeschakeld zodra
het  controlelampje  niet  meer  con-
stant brandt maar knippert.

Alarm

: Indien aanwezig

Het alarm

Inschakelen van het alarmsysteem

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 99  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

100

1-2. Antidiefstalsysteem

UK AURIS_HB_EE

Deactiveer of schakel het alarm uit volgens een van de onderstaande
manieren:

Ontgrendel de portieren met de instapfunctie (indien aanwezig) of
de afstandsbediening.

Start de motor. (Het alarm wordt na enkele seconden gedeactiveerd
of uitgeschakeld.)

Onderhoud van het systeem

De auto is voorzien van een onderhoudsvrij alarmsysteem.

Zaken die gecontroleerd moeten worden alvorens de auto te vergrende-
len

Controleer onderstaande zaken om ongewild activeren van het alarm en dief-
stal te voorkomen:

Er is niemand in de auto.

De ruiten zijn gesloten voordat het alarm wordt ingeschakeld.

Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de auto achterge-
bleven.

Deactiveren of uitschakelen van het alarm

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book  Page 100  Monday, April 9, 2018  2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

 

 

 

 

 

Content      ..     2      3      4      5     ..